Uit naar Feanster. Ik was, naar mijn eigen bescheiden
mening, heel erg bijna op tijd, maar bemerkte bij aankomst dat menigeen daar
schijnbaar een andere mening op na hield. De grote goegemeente was al
vertrokken met volgeladen auto’s en had een eenzame Bert achterlaten om mij
gezelschap te houden op weg naar het wonderschone Friesland.
Dat was een mooie gedachte. Als ik in mijn eentje naar
Heerenveen had moeten rijden, of (erger nog?) met zo’n rietenvliegertje van een
wing, dan had ik mij de hele weg schuldig gevoeld dat ik een
onverantwoordelijke bijdrage had geleverd aan milieuvervuiling in het algemeen
en klimaatverandering in het bijzonder. Maar een auto gevuld met mij en Bert;
dat is bijna hetzelfde als een volledige goedgevulde spelersbus.
Na een genoeglijke rit door het schone achterland van
Overijssel, waar werkelijk helemaal niets mis mee is behalve het feit dat het aan
een schrijnend gebrek aan rugbyclubs leidt, reden we maar een heel klein beetje
verkeerd in, om & rond Heerenveen doordat we Turtle’s uitgebreide en akkurate
richtingaanwijzingen volledig verkeerd interpreteerden. We arriveerden in ieder
geval ruim op tijd. Friesland; het klinkt heel ver weg (met name in het Fries),
maar dat valt alles mee. Altijd aangenaam om in Friesland te zijn; hartelijke
mensen, leuke club en mooie dames achter de bar.
We begonnen de wedstrijd in een totaal andere opstelling dan
vorige week tegen de Big Stones. Nieuwe spelers, spelers op nieuwe posities en een
aantal spelers die nog niet de benodigde trainings en speelminuten in de benen
hadden. Gelukkig hadden we 15 spelers, zodat wij niet geteisterd zouden worden
door het probleem waar Feanster mee zat; wissels! Feanster had er plenty, maar
gelukkig hadden wij er geen. Laten we wel zijn; van wissels worden startende
spelers lui, krijgen ze pijntjes en worden mensen die gewisseld worden en mensen
die langs de kant starten alleen maar balsturig en obstinaat. Blij toe dat we
daarvan verschoond bleven.
We konden van te voren al uitrekenen dat er een aantal
spelmomenten zouden zijn waar we niet heel erg dominant zouden zijn. Feanster
had er een dikke zomerkampagne keiharde krachttraining opzitten en er stond dan
ook een kudde Batavieren klaar voor ons waar je u tegen zegt. We hoefden het
dus niet te gooien op de scrum of een fiks potje armworstelen in het gevecht om
de bal. We spraken dan ook een aantal dingetjes af om daar zo min mogelijk last
van te hebben en te zorgen dat we toch agressief en dominant aanwezig konden
zijn op het veld.
Edoch…
Over de eerste helft kunnen we kort zijn: kut!
Alles wat we door hadden gesproken deden we niet. We lieten
de grote mannen van Feanster alle ruimte om flink op snelheid te komen, we vielen
niet op de bal en tackleden als een stapel natte theedoeken. Feanster skoorde
naar hartelust en het werd allengs gezelliger langs de kant, goedgevuld met
Feanster-supporters.
Het was dan ook lekker weer.
Tekenend voor de eerste helft was dat Feanster precies het
omgekeerde probleem bleek te hebben als wij hadden. Waar wij de fly-half van de week
daarvoor in de eerste rij hadden moeten zetten, had Feanster een front five
speler op de fly-hal gezet. Dat deed de goede man uitstekend. Het is dan ook
een prima rugbyspeler; hij had overzicht, plenty ervaring, een goede pass en nam de juiste beslissingen. De
man was ook niet van de kickende smaak en dat is altijd lekker. Maarrrr… hij
was ook wel wat traag in zijn bewegingen en daar hadden wij gebruik van moeten
maken.
Ze zeggen dat als piranha’s bloed ruiken dat ze dan een koe in een paar
sekonden volledig opvreten. Helaas waren wij niet een school piranha’s, meer
een zooitje guppies.
Dat geschreven hebbende ben ik klaar met negatief zijn. D’r
waren ook veel positieve punten aan de eerste helft. Onze line-out was top. De
scrum stond wel onder druk, maar werd niet vernield. De scheidsrechter was top
(man of the match). En we waren duidelijk fitter dan de week daarvoor.
In de rust dus wat nieuwe afspraken gemaakt en vooral ons
herinnerd aan de afspraken die we hadden gemaakt. Het zorgde voor een geheel nieuwe tweede helft. We zetten druk en voorkwamen daarmee het op snelheid
komen van de grote mannen van Feanster. We vielen de ruck aan en zorgden
daarmee voor druk op het balbezit van Feanster. We haalden de bal eerder uit de
rucks en gaven onszelf daarmee ruimte en tijd om aan te vallen. De line-out
liep als een zonnetje en op een gegeven moment stabiliseerde zelfs de scrum enigszins.
De tweede helft was top. Al onze spelers werkten zichzelf helemaal het apelazerus.
Het was leuk om naar te kijken. Er kwamen komplimenten van
de toeschouwers (weliswaar deels in het Fries). De spelers in het veld kregen
het meer en meer naar hun zin. Ik kreeg zelfs het idee dat het weer aangenamer
werd. Vrijwel de hele tweede helft waren we te vinden op de speelhelft van Feanster en
toen ze eindelijk op onze helft kwamen hielden we bijna tien minuten stand op onze
eigen trylijn. Top!
Ik denk niet dat er één speler was die ook maar enigszins het idee had aan het einde van
de wedstrijd dat we hier hadden hoeven verliezen. Ik denk niet dat er één speler
was die ook maar enigszins het idee had dat als we spelen zoals we trainen dat
we onder hoeven te doen voor wie dan ook in onze divisie. Ik denk niet dat er één
speler was die niet heeft genoten van de tweede helft.
Eindstand 43-24.
Nick.