Ik zou worden
opgehaald door Turtle en ik zou om dat te vieren wafels bakken. Dat deel van de
planning liep gesmeerd. Ik bakte wafels en Turtle at ze op. Tot zover liep
alles op rolletjes. Het was al met al een genoeglijke zondagochtend en toen
mijn schoonfamillie arriveerde in Haaksbergen wisten wij dat het tijd werd om
de genoeglijkheid te verplaatsen naar Doetinchem.
Doetinchem! Ik
rij er tegenwoordig vaak langs. Vaak nogal op tempo. Niet omdat ik iets tegen
Doetinchem heb en dus zo snel mogelijk zo veel mogelijk afstand tussen mij en
Doetinchem zou willen leggen. Nee hoor; ik heb niets tegen Doetinchem. Ik zou ook
niet weten wat een mens precies tegen Doetinchem zou kunnen hebben. Ik moet
alleen altijd ergens anders wezen en de snelweg langs Doetinchem is doorgaans
uitgestorven. Kombineer dat met de aldaar toegestane 130 km/uur, tel daar dan
weer de gedoogkilometers bij op en je komt aan een behoorlijk tempo waarmee je
Doetinchem voorbijraast.
Zonder dat
Doetinchem zelf daar verder op enigerlei wijze reden toe heeft gegeven.
Ik was er, bij
mijn weten, slechts één keer eerder geweest (bij mijn weten, want het is best
mogelijk dat ik er onbewust nog wel eens vaker ben geweest (bij Bata of andere
studentikoze aktiviteiten); voor een oefenwedstrijd met DTO lang geleden. Het
staat me nog bij dat we toen makkelijk wonnen en dat er een elektriciteitsmast
in he trygebied stond.
Die tijden zijn
niet meer. De mast was in geen velden of wegen te bekennen, DTO heet nu ERC’69
en we wonnen ook niet. Hoe de tijden veranderen.
De Wild Rovers
hadden toen ook mooiere shirts, met gele en groene banen. Nu hadden ze één of
ander lelijk Zuid-Afrika aftreksel aan. Maar ja; wij speelden toen nog in het
schitterende rood-wit. Groot verschil; onze shirt blijven mooi en smaakvol.
Behalve dan dat ze nu van kunststof en tight-fit zijn en dat toendertijd
iedereen nog in van die prachtige versterkt kantoenen shirts speelde. Hoe de
tijden veranderen.
Sommige dingen
blijven echter altijd hetzelfde. Onze teammanager maakte een opstelling waar
Turtle en ik ons helemaal in konden vinden; wij stonden niet in de opstelling. Helaas
kwam de teammanager vrij kort daarna
terug uit de kleedkamer met de mededeling dat ie zich had vergist en dat
we een speler te kort kwamen. Sommige dingen blijven altijd hetzelfde;
organiseren is nog steeds niet onze sterkste kant.
Ik pakte dus mijn
spullen kleedde me om en teepte alles vast wat er vast te tepen was, en teepte
vervolgens sommige onderdelen van mijn lichaam nog eens wat extra vast. Sommige
dingen blijven altijd hetzelfde.
Ik kwam zo laat
mogelijk de kleedkamer uit en begaf mij naar het team om mij vervolgens zoveel
mogelijk te drukken tijdens de warming-up. Sommige dingen blijven altijd
hetzelfde.
En toen begon de
wedstrijd. Waar ik lang geleden best wel fit was en behoorlijk mijn wil wist op
te leggen in de scrum, was dat nu wel even wat anders. Ik was niet vooruit te
branden. Niet in het veld en initiëel ook niet in de scrum. Tegenover mij stond
een jongeman die lekker zijn dingetje stond te doen en in het geheel niet onder
de indruk was van mijn aanwezigheid. In vroeger tijden was ik die jongeman en wist
ik wel raad met zo’n oud kadaver bij de tegenstander. Ik had toen ook nog haar.
Och, hoe de tijden veranderen.
Het was verder
best wel een leuke wedstrijd. De sfeer in het veld was goed. De scheidsrechter
was prima. Mening speler van ons deed zijn uiterste best. We deden het goed in
de line-outs, we wonnen onze scrum en begonnen langzaamaan onze wil op te
leggen aan de scrum van de tegenstander. We deden het goed in de rucks en er
was eigenlijk geen enkele reden waarom we op het moment dat mijn rug besloot er
mee op te houden, achter stonden.
Dat schrijf ik nu
wel, om een beetje sympathiek te zijn, maar de reden was nogal duidelijk.
Hoewel we training op training aandacht besteden aan snel oplopen, snel de
ruimte klein maken, snel druk zetten en dan agressief het kontakt aangaan, liep
dat onderdeel van het spel een stuk minder. Soms liepen we allemaal niet genoeg
op, maar vaker liep een deel van de spelers (meestal zij die getraind hebben)
wel goed op, maar besloot een ander deel om het eens rustig aan te doen (de
tegenstander komt toch immers ook wel naar jou toe).
Dat kan niet! Dat
kan echt niet! Je mag een tegenstander niet zoveel ruimte geven. Een blinde met
en houten poot was het bij tijd en wijlen nog gelukt om achterwaarts door de
gaten in onze verdediging heen te hinkelen.
Dat is zo jammer.
En zo ineffektief. Even “uitrusten” in je verdediging en je moet je vervolgens
langdurig het schompes werken om de gaten te dichten, achter aanvallers van de
tegenstanders aan te rennen en uiteindelijk moet je soms zelfs helemaal terug
naar je eigen try-gebied om de konversie van de tegenstander af te wachten. Heel
ineffektief allemaal.
Tot zover het
deel van de wedstrijd dat ik in het veld stond. Over wat er gebeurde nadat ik
ging douchen en toen ik weer terug was langs de kant van het veld, om de
kwaliteit van de wafels te bespreken met Turtle, zullen we het maar niet meer
hebben.
De einduitslag
was om zo snel mogelijk te vergeten. Aan wat er mis ging hebben we van de week
aandacht besteed op de training. Blijft over wat we mee moeten nemen van deze
wedstrijd wat er allemaal goed ging. De line-out, de scrum, de rucks, de
penalty-count en onze fitheid. Allemaal zaken die er voor gaan zorgen dat we
weer een wedstrijd dichter bij onze eerste overwinning van het seizoen zijn
gekomen. Want wat dat betreft wordt het toch hoog tijd dat de tijden eens danig
gaan veranderen.
Houdoe,
Nick.
Einduitslag: 83-0.